Feedback

P.J.H. Cuypers

16-05-1827 - 03-03-1921

Petrus (Pierre) J.H. Cuypers (1827-1921) is één van de belangrijkste Nederlandse architecten van de negentiende eeuw. Hij is de architect van het Centraal Station en het Rijksmuseum te Amsterdam, en de grote restaurator van kasteel De Haar te Haarzuilens. Zijn oeuvre is één van de meest omvangrijke uit de negentiende eeuw in Nederland.

Na een opleiding aan de Academie van Schone Kunsten in Antwerpen vestigt Cuypers zich in 1850 als zelfstandig architect in zijn geboortestad Roermond. In de periode 1850-1865 ontpopt hij zich als de neogotische kerkenbouwer bij uitstek in Nederland en deze positie wordt nog versterkt door de oprichting van het atelier voor 'gewijde kunsten' in 1852 te Roermond.

De productie van dit atelier bestaat voornamelijk uit sculpturen en meubilair, vrijwel altijd uitgevoerd in de nieuwe neogotische stijl en meestal bestemd voor katholieke kerken in het zuiden van het land. De kerken uit Cuypers' eerste periode laten invloeden zien van de vroege, met name dertiende-eeuwse gotiek van Frankrijk en de gotiek van het Rijnland. Daarnaast is Cuypers een zeer gedreven restaurator die correctie en idealisering van de historische bouwmassa niet schuwt. Tijdens de eerste tien jaar van zijn carrière restaureert hij achtereenvolgens de Munsterkerk te Roermond, de abdijkerk in Rolduc en de Sint-Servaaskerk in Maastricht.

Al tijdens zijn leven ontstaat een zeer ongenuanceerd beeld van P.J.H. Cuypers, met uitbundige voorstanders en snerende tegenstanders. De Amsterdamse literator Joseph Alberdingk Thijm, een tijdgenoot en vurig voorvechter van het katholieke geloof, is een groot voorstander van de neogotiek en brengt een geïdealiseerd beeld van de architect naar buiten in de artikelen die hij schrijft. Tegelijkertijd ontstaan er publicitaire veldslagen over de 'katholieke' neogotische ontwerpen, waaraan Cuypers en Thijm vijanden voor het leven overhouden. Ook na de dood van Cuypers blijven de meningen over zijn verdiensten voor de architectuur sterk verdeeld.
 
De onderwaardering van negentiende-eeuwse architectuur en restauratiewerkzaamheden duurt nog voort tot in de jaren zeventig en tachtig, als een opvallende herwaardering van deze gebouwen opkomt. Plotseling wordt de loopbaan van Cuypers beschouwd als een revolutionaire omwenteling in bouwkunstig opzicht. Hij bediende zich weliswaar van historische stijlvormen, maar door het herontdekken van de middeleeuwse constructiemogelijkheden droeg zijn werk volgens critici de kiem van vernieuwing in zich, die onder Berlage een feit zou worden. Ondanks deze theoretische herwaardering wordt er tot in de jaren negentig nog veel van zijn werk gesloopt, zoals het interieur van de Sint-Servaaskerk tussen 1981 en 1992 en enkele kerken in Amsterdam in de jaren zeventig.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op deze ontwerper.

Zoeken