Feedback

Cornelis van Eesteren

04-07-1897 - 21-02-1988

Cornelis van Eesteren (1897-1988) is een vermaard stedenbouwkundige, onder andere verantwoordelijk voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Amsterdam in 1934. Hij is bovendien de grondlegger van 'de functionele stad', een stedenbouwkundige opzet waarbij functies als wonen, werken, verkeer en recreatie strikt van elkaar gescheiden zijn.

Als zoon van een aannemer leert Van Eesteren het vak in de praktijk. Voor de theoretische onderbouwing gaat hij naar de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Vanaf 1919 volgt hij het Voortgezet en Hoger Bouwkunst Onderricht in Amsterdam.

Hij wint in 1921 de Prix de Rome met een ontwerp voor een Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Van de hieraan verbonden geldprijs maakt hij in 1922 een reis naar Duitsland en Scandinavië, waar hij zich verdiept in de architectuur en stedenbouw van steden als Berlijn, Dresden, Praag en Wenen. Hij maakt er kennis met het werk van architecten als E. Mendelsohn, Eliel Saarinen en Adolf Loos en met kunstenaars van de Bauhausopleiding in Weimar. Hij ontmoet er ook Theo van Doesburg, met wie hij een drietal woningen ontwerpt. Tekeningen en maquettes daarvan worden geëxposeerd op de tentoonstelling 'Les Architectes du Groupe De Stijl' in de Parijse 'Galerie de l'Effort Moderne' in 1923. In 1923-1924 vervolgt hij zijn opleiding in stedenbouwkundige richting aan het Institut des Hautes Etudes Urbaines aan de Sorbonne, de universiteit van Parijs.

Terug in Nederland werkt Van Eesteren als chef de bureau bij architect Jan Wils, maar hij blijft zich sterk interesseren voor stedenbouwkunde. In 1925 levert hij prijsvraagontwerpen voor het Rokin in Amsterdam en voor de modernisering van de Berlijnse Boulevard Unter den Linden. In Duitsland is men er enthousiast over: hij wordt benoemd tot gastdocent aan de Staatliche Bauhochschule in Weimar voor de periode 1927-1930. Van Eesteren treedt in 1929 in dienst als hoofd van de recent opgerichte afdeling Stadsontwikkeling van de dienst der Publieke Werken in Amsterdam. Samen met zijn collega Th.K. van Lohuizen werkt hij er aan het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Amsterdam (1934), dat de basis vormt voor de stadsuitbreidingen die na de Tweede Wereldoorlog werden gerealiseerd, zoals de Westelijke Tuinsteden en de wijk Buitenveldert.

Van Eesteren is de geestelijke vader van 'de functionele stad', een concept dat een strikte scheiding inhoudt van functies zoals wonen, verkeer, werk, recreatie en natuur, zonder overigens de harmonische samenhang van het geheel uit het oog te verliezen. Na de Tweede Wereldoorlog staat de loopbaan van Van Eesteren vooral in het teken van de inrichting van de IJsselmeerpolders. Een belangrijk onderdeel hiervan is het plan voor Lelystad, dat het nieuwe centrum moest worden van de polders (1959-1964).

Hij is van 1930 tot 1947 voorzitter van het Congrès Internationaux d'Architecture Moderne (CIAM). Uit hoofde van die functie neemt hij het initiatief tot het congres 'De functionele stad' (1933). In 1948 wordt hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar stedenbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft, een functie die hij tot 1957 bekleedt. Samen met architect J.H. van den Broek doorbreekt hij de dominantie van de Delftse school aan de TU Delft en introduceert hij het modernisme.

Comments

No comments on this designer yet.